En weer ligt het op de loer: mijn neiging tot somberheid, een somberheid die verlamt. Niet omdat de bladeren van de bomen vallen; de herfst is prachtig, ik geniet met volle teugen van de geuren en kleuren. Maar het bombardement van slecht nieuws, aanslagen in Parijs, de strijd in Syrie, Oekraine en Israel, de almaar groeiende stroom vluchtelingen, de machteloosheid van onze leiders, van ons allen, de agressie die onzekerheid en angst bij velen oproept; het maakt me moedeloos.
Literatuur en muziek zijn de reddingsboeien waar ik naar grijp. Ik neurie een melodie, mijn ogen glijden over de boektitels in mijn kast. Ik blader door essaybundels van Willem Jan Otten, Erwin Mortier, Patricia de Martelaere, de verzamelde gedichten van Judith Herzberg en Emily Dickinson. Dan valt mijn oog op een van de laatste publicaties rondom onze niet lang geleden gestorven filosoof des vaderlands: René Gude. Kort voor zijn dood sprak Wim Brands met hem en tekende de gesprekken op. Ik herinner me dat de inhoud me opbeurde toen ik het las; dat woordenmedicijn is wat ik nu nodig heb.
Nog steeds neuriënd lees ik een aantal alinea’s en vind al snel de passage die me bij eerste lezing meteen bij bleef: “We weten eerlijk gezegd allang wat we aan de wereld zouden kunnen veranderen. Het is helemaal niet zoveel en we weten eigenlijk ook wel hoe dat moet. Het enige dat ons in de weg zit is onze stemming.” …. “Dat wil ik: mijzelf betrappen op gekunstelde somberheid. Zodat je ineens met belangrijke grootschalige processen kunt instemmen. Dan zijn er veel ontwikkelingen die je met rust kunt laten. Je verlamming verdwijnt en je hebt aandacht en energie over om iets aan de soms akelige rafelranden van het leven te doen. Houd je eigen rothumeur in bedwang.“
Ik word me bewust van de mantra die mijn stembanden al een tijdje herhalen: als alles duister is ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft... Dit lied, uit de traditie van Taizé, zong ik samen met een paar honderd anderen in de Zutphense Walburgiskerk in de vredesweek, afgelopen september. Onder leiding van stemkunstenaar Jan Kortie, zongen we twee uur lang voor vrede. Mantra’s van over de hele wereld, uit verschillende tradities, gebeden, wensen, een zegen. Verbonden door de schemer, de woorden en melodieën, zongen we ons verlangen naar heelheid en vrede de kerk in, Zutphen in, de wereld in. Het was een indrukwekkende avond. Zingen voor vrede, het klinkt naïef, maar op die avond was de verbindende kracht van samen zingen duidelijk voelbaar. Oorlog en zingen gaan niet samen.
Ik weet dat in vroeger tijden –lees mythen en sagen, ridderverhalen en natuurlijk de bijbel – soldaten zingend ten strijde trokken. Maar ik weet zeker dat de liederen verstomden zodra de strijd losbarstte. Zingen en vechten, het gaat niet samen….
“Ik zing niet omdat ik gelukkig ben.
Ik ben gelukkig omdat ik zing.”
(William James)