· 

Samen

Afgelopen zomer is een van mijn zoons getrouwd. Een gebeurtenis die helemaal niet bijzonder was, elke dag trouwen er talloze koppels, maar toch heel bijzonder voelde, want mijn zoon trouwt hopelijk maar een keer. Alles wat er die dag gezegd werd, – allereerst door mijn zoon en zijn aanstaande tegen elkaar, maar ook door anderen over en tegen hen-, ontroerde me enorm, veel meer dan ik verwacht had. En nog weken na hun trouwdag peinsde ik over verbintenissen en samen zijn.

 

Eén plus één is meer dan twee. Dat is wat iedereen hoopt. Als we trouwen, als we vriendschap sluiten, als we samenwerken, fuseren, verschillende ogenschijnlijk losstaande elementen tot een geheel willen combineren. Dat geheel, hopen we, wordt dan meer dan de som der delen. We hopen op de vorming van een ‘Gestalt.’ In de Gestaltleer wordt de mens beschouwd als een geheel dat meer is dan de losse delen. Een enkele eigenschap maakt ons nog niet tot een heel mens, onze losse kwaliteiten bepalen niet de totaliteit van onze kracht of talent. Als we delen van onszelf ontkennen of verwaarlozen is wat een geheel lijkt, eigenlijk maar een onderdeel van wat we zouden kunnen zijn.

 

Toen ik trouwde verwachtte ik vooral heil van de leuke eigenschappen die ik in mijn partner zag. Later ontdekte ik dat hij veel meer was dan die opvallende kanten. Dat leverde strubbelingen op en teleurstelling. Tot de dag dat ik besefte dat we veel van elkaar konden leren, juist door goed te kijken naar de kanten van elkaar die ons verbaasden en soms schokten. Een mens heeft een voorkant en een achterkant. De achterkant is niet perse slechter. Vaak wel minder ontwikkeld of beloond. Dus laten we bij voorkeur onze voorkant zien. Pas toen mijn partner en ik elkaars achterkant ook konden waarderen werden we echt een paar.

 

Zo is het met elk samengaan. Zo lang we alleen het ‘goede’ dat we denken te zien in de andere partij, willen hebben, is er geen sprake van echte samenvoeging. Na samenvoeging van twee gehelen, moet er een nieuw geheel ontstaan, met de Gestaltleer te spreken, een nieuwe Gestalt. Dat lukt alleen als de twee samenvoegende partijen ook als geheel worden gezien. Door zichzelf en door de ander. Hoe vaak wordt een fusie niet door de betrokken werknemers van één van de partijen als overname gevoeld. Waarom? Omdat er delen afgestoten worden, niet gezien of gewaardeerd. De ene partij wordt dan verminkt, om vervolgens gebruikt te worden door de andere partij. Er kan pas sprake zijn van synergie tussen twee partijen als ieder afzonderlijk in zijn waarde gelaten wordt en zichzelf ook de moeite waard vindt.

 

Even googelen op fusie levert een hele lijst hits op. Twee mainports, een cultuurhuis dat met een gezondheidscentrum samengaat, een maatjesproject, een katholieke en een protestantse school, twee voetbalclubs. Allemaal willen ze meer zijn dan een optelsom van de afzonderlijke delen. Het zou interessant zijn te onderzoeken hoe vaak dat ook echt lukt. Het kán. Daarvan ben ik overtuigd.

 

Succesvol samenvoegen vraagt om een gezond gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen bij beide partijen. Oftewel: ik ben ok en jij bent ok en samen kunnen we de hele wereld aan. Dan zijn we geen twee en een half of drie, dan zijn we ontelbaar.